zaterdag 13 november 2010

Appels en peren

Het is weer tijd voor wild, stoofpeertjes en warme choco's. Pompoen kleurt verscheidene menu's, kruidnagels worden in hazen geduwd en de eerste kerstrecepten passeren de revue. Even tussen ons: ik heb nu al een soort 'man man man wat heb ik veel gegeten' gevoel, door alle (eet)afspraken en gezelligheidsdiners die de laatste december weken gaan vullen.

Als liefhebber van culinaria, is het koken, proeven en serveren meer aan mij besteed dan het eten. Mits het thuis is. Ook ben ik fervent na-tafeler. Muziek en knetterend haardvuur op de achtergrond, wellicht een stukje kaas onder vakkundige begeleiding van een goede port, daarbij goed gezelschap en mijn avond is compleet.

Thuis werd veel seizoensgebonden gekookt. Oud-Hollandsche stoofpeertjes deden mij al vroeg in de middag watertanden, witlof ham-kaas (niet met plakken kaas, maar met bechamel) en houtduif streelden de tong. Ten tijde van mijn eerste betaalde keuken functie was ik 15, mijn chef 60. Encyclopedisch onderlegd qua smaak- en productkennis en een klassieke kookstijl. Het was bikkelen, oui chef tot het bittere eind. Mijn eerste ervaring met strudel heb ik hier opgedaan. Een klassieker, van origine een gerecht voor armeluis tegenwoordig een verfijnd stukje cultuur. Uren heb ik staan zwoegen.
Men neme: een deegrecept. Simpeler dan bloem, wat zonnebloemolie, zout, water en een scheutje azijn wordt het niet. Uitrollen. Op een grote doek, flink gebloemt (of geruit haha) om plakken te voorkomen. Na een enige tijd kun je niet meer rollen en zul je moeten gaan uit(t)rekken met de hand. Ik kan je verzekeren, na 2 รก 3 uur steeds scheuren in het deeg en opnieuw beginnen ben je er goed klaar mee. Oui chef, ik doe het nog een keer. Hiernaast het enige goede resultaat. Je kan de krant door het deeg lezen.

Als het eindelijk lukt is het appeltje eitje. Vulling erin, dun gesneden appels, rozijn, wat nootjes (mijn voorkeur gaat uit naar amandel of walnoot), heel fijn broodkruim van witbrood, boter, suiker en kaneel. In een strook leggen en dan de truc: niet proberen het deeg van het doek te trekken. Gewoon het doek voorzichtig om de vulling rollen, zodat dezeaan de vulling blijft kleven. Het eerste stukje is tricky, daarna gaat het vanzelf. Dichtvouwen, oven in en afbakken.

Het resultaat moet een gelaagde buitenkant zijn die knisperend breekt wanneer je vork er doorheen klieft. Ik daag je uit. Neem een gure zondag, openhaard aan en een hoop geduld. En wee je gebeente als je brokkeldeeg, soezenbeslag (echt een keer tegengekomen) of bladerdeeg gebruikt. NB: In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

A.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten